De Belgische concurrentiekracht structureel herstellen

Tijd voor een andere route

De totale inflatie in ons land was nog nooit zo hoog als in 2022. Volgens het Prijzenobservatorium van de FOD Economie bedroeg ze 10,3% (gemeten o.b.v. de Harmonised Index Consumer Prices (HICP) van de EU). In 2023 en 2024 zullen de prijzen trouwens verder blijven stijgen, ondanks de terugval van de energie- en grondstofprijzen. Het Planbureau gaat uit van 3,9% inflatie in 2023 en 3,4% in 2024. Dat houdt een groot risico in voor de competitiviteit van ons land, als gevolg van de automatische indexering van de lonen. Dit jaar nam de gezondheidsindex met 4,4% toe, in 2024 zal dat nog altijd 3,6% zijn.

Naast de energiekosten en de loonkostenhandicap dragen ook de aanpassingen aan de modaliteiten van bestaande O&O-regelingen en het nijpende tekort aan geschikte arbeidskrachten bij aan de druk op onze concurrentiepositie. Veel werk aan de winkel dus voor de volgende regering.


Volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) was de loonkostenhandicap van de Belgische bedrijven in de periode tot 2019 gevoelig verbeterd. Dit was het gevolg van maatregelen onder de regering-Michel I (de indexsprong, daling van de werkgeversbijdragen, de loonblokkering, de hervorming van de wet over de concurrentiekracht, etc.). De lonen in België lagen nog altijd hoger dan in de buurlanden, maar een deel van het verschil werd wel opgevangen door de hoge productiviteit.

De regering-De Croo behield de wet ter bevordering van de werkgelegenheid en preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen (wet van 1996) maar paste hem minder consequent toe. Die wet garandeert dat de lonen niet sneller stijgen dan in de buurlanden (DE, FR, NL) om onze competitiviteit te waarborgen. Ze garandeert evenwel de automatische indexering van de lonen in ons land. Wanneer de indexering te hoog oploopt, kan de loonhandicap dus toch toenemen. Een beleidsplan om hieraan te verhelpen werd niet uitgewerkt.

Loonkostenhandicap stijgt met 5% tussen 2021 en 2023

Vanaf 2020 kwam er een bruusk einde aan de lange periode van lage inflatie in ons land. Dit kwam o.a. door de bevoorradingsproblemen tijdens de pandemie, de verstoringen in internationale handel, de recordprijzen voor energie en grondstoffen door de Oekraïnecrisis en het zeer ruime monetaire beleid. Hoewel België in het verleden al maatregelen nam om de automatische loonindexering wat te vertragen (bv. afgevlakte index, gezondheidsindex, 1 indexering per jaar, etc.) namen de loonkosten in die periode in ons land sterk toe in vergelijking met onze buurlanden. Zo stijgt de loonhandicap in België met 5% over de periode 2021-2023, van minder dan 10% in 2021 tot ongeveer 15% in 2023.

Ondanks onze slechtere loonkostenpositie, besliste de regering-De Croo toch tot de mogelijkheid om een koopkrachtpremie van maximaal 750 euro toe te kennen. Die deed de loonkosten eenmalig nóg verder doorstijgen. Bijgevolg is België één van de weinige landen waar het reëel beschikbare inkomen niet is aangetast en ook in de toekomst behouden blijft, gefinancierd door de werkgevers.

Door de hoge inflatie en de bedreiging voor de looncompetitiviteit als gevolg van de automatische indexering zijn uit verschillende hoeken ook de indexeringsmodaliteiten in vraag gesteld. Uit verschillende studies blijkt dat de indexering de stijging van de energieprijzen overcompenseert. De regering-De Croo nam echter geen enkele concrete maatregel om het systeem te hervormen.

Wispelturige houding tegenover O&O en innovatie

Naast loonkostencompetitiviteit zijn O&O en innovatie cruciaal voor het concurrentievermogen van ons land. Volgens internationale vergelijkingen doet België het goed in dit opzicht. De maatregelen om de loonkosten van onderzoekers te beperken (bv. de vrijstelling van bedrijfsvoorheffing en de vergoeding via auteursrechten) droegen daaraan bij.

Toch heeft de regering-De Croo de modaliteiten van die regelingen meermaals in vraag gesteld en zelfs aangepast. Zo heeft de regering twijfel gezaaid over een aantal maatregelen om de werkgelegenheid van kenniswerkers en onderzoekers te stimuleren, in het bijzonder de vrijstelling van doorstorting van de bedrijfsvoorheffing. Dat zorgde voor een deuk in het vertrouwen bij innovatieve bedrijven.

De lastige zoektocht naar geschikte arbeidskrachten

De laatste jaren is gebleken dat ook de talentschaarste onze concurrentiekracht steeds meer beïnvloedt. Competente arbeidskrachten zijn alsmaar moeilijker te vinden. Opleiding en flexibele verloning zijn deel van de oplossing, maar de rigiditeit van de verplichte automatische indexering en de maximale loonmarge bemoeilijken dit. Tot slot is er ook ruimte voor verbetering op het vlak van loonfiscaliteit. De regering-De Croo had de ambitie om een ruime fiscale hervorming door te voeren om arbeid lager te belasten, maar ze bereikte uiteindelijk geen consensus en de eerste implementatie van de blauwdruk wordt doorgeschoven naar de volgende regering (zie hoofdstuk Fiscaliteit).

Problematische competitiviteit door hoge energiekosten

Om een competitieve energieprijs voor de industrie te waarborgen, stond in het regeerakkoord van de regering-De Croo de invoering van een energienorm. Op basis van een jaarlijkse benchmarking door PwC nam de regering zich voor om bij te sturen bij niet-competitieve prijzen ten opzichte van de ons omringende landen.

Vóór de Oekraïnecrisis bleken de Belgische aardgasprijzen relatief laag. Voor elektriciteit, daarentegen, gaven onze buurlanden hun elektro-intensieve bedrijven vaak al grote kortingen op nettarieven, taksen en heffingen. Daardoor waren die vaak al competitiever. De Oekraïnecrisis deed daar nog een schepje bovenop. Zo troffen Frankrijk en Duitsland verregaande maatregelen om hun kmo’s en elektro-intensieve bedrijven te beschermen.

Maar het allergrootst is de impact op onze concurrentiepositie met de VS. De EU en de lidstaten slaagden er na het wegvallen van Russisch gas in om de energiebevoorrading veilig te stellen. Maar de tol is enorm: het blijvende prijsverschil voor gas en elektriciteit tussen de EU en de VS bedreigt het voortbestaan van de Europese basisindustrie. De EU bereidt een hervorming van de energiemarkt voor (EMD-richtlijn), maar laat ook veel ruimte voor ondersteuning op lidstaatniveau.


Roadmap naar duurzame welvaart

#1 Neem in het federale regeerakkoord een duidelijk plan op om de verslechtering van de loonkostencompetitiviteit sinds 2019 ongedaan te maken.

Hef de automatische loonindexering op en vervang ze door een tweejaarlijkse onderhandeling tussen de sociale partners.

 

#2 Pas de wet op de concurrentiekracht integraal toe zolang de loonkostenhandicap t.o.v. onze buurlanden niet is weggewerkt.

 

#3 Compenseer elke tijdelijke koopkrachtpremie die de regering toch zou opleggen voor 100% door een verlaging van sociale werkgeversbijdragen.

 

#4 Veranker in het federale regeerakkoord de garantie dat de maatregelen ter bevordering van O&O en innovatie voluit behouden blijven. Herstel zo het vertrouwen bij innovatieve bedrijven in de aantrekkelijkheid van België voor werkgelegenheid in onder meer O&O en innovatie (zie hoofdstuk O&O&I).

 

#5 Creëer een fiscaal gunstig kader dat goed presterende, beloftevolle werknemers flexibel beloont (zie hoofdstuk Fiscaliteit).

 

#6 Vul de energienorm aan met een industrieel beleid.

Garandeer voor strategisch belangrijke sectoren (zie bv. Critical Raw Materials Act) een globaal gunstig ondernemingsklimaat, ondanks de veel hogere energieprijzen ten opzichte van onder meer de VS en China. Maak daarbij gebruik van alle instrumenten die de EU toelaat.

 

#7 Voer de bepalingen van de Energy Market Directive rond toegang tot betaalbare energie tijdens een elektriciteitsprijscrisis volledig uit (art. 66a).

Maak van alle opties gebruik om Belgische bedrijven in crisisperiodes dezelfde bescherming te bieden als hun concurrenten in andere lidstaten.

 

#8 Ga na hoe een Power Purchase Agreement-markt (PPA) voor koolstofarme elektriciteit verder kan worden uitgebouwd.

Maak hiervoor gebruik van de nieuwe EMD-richtlijn. Bekijk ook hoe de ondersteuning van hernieuwbare energie kan worden geoptimaliseerd, o.a. via CFD’s. Garandeer de elektro-intensieve industrie een preferentiële toegang tot goedkope hernieuwbare elektriciteit.

Technology for a better world

Competitiviteit is een samenspel van verschillende factoren. Op het federale niveau liggen verschillende hefbomen, maar hier staan we in het bijzonder stil bij energiekosten, loonvorming en loonkosten. Willen we het engagement rond duurzame meerwaardecreatie uit ons duurzaamheidsrapport halen, dan is het cruciaal dat die elementen erop vooruitgaan.

Lees onze aanbevelingen voor andere beleidsniveau's