Innovatie-ecosysteem verder verstevigen

Tijd voor een andere route 

Vlaanderen zit in het Europese koppeloton qua innovatie en bezit heel wat troeven om die positie verder te verstevigen. Denk maar aan de innovatiekracht van grote bedrijven en kmo’s, onze start-up- en scale-upwerking, het ecosysteem van speerpuntclusters, strategische onderzoekscentra enzovoort. Wel wordt het cruciaal om nog duidelijkere beleidskeuzes te maken, het bestaande ecosysteem verder te versterken en innovaties te valoriseren.


Innovatiebeleid is te fragmentarisch

Momenteel gaat 70% van de innovatiemiddelen van Vlaanderen naar innovatieve ideeën binnen bedrijven of kennisinstellingen die op termijn tot een doorbraak kunnen leiden. Die bottom-upwerking werpt vruchten af, maar zou nóg beter kunnen functioneren als ze hand in hand gaat met een missiegedreven innovatiebeleid vanuit de Vlaamse context, met zijn bestaande waardeketens en sterktes.

Ook wordt er nog te weinig aansluiting gezocht bij Europese missies die grote maatschappelijke uitdagingen tackelen. Denk maar aan de recente initiatieven in het kader van het Europese Green Industrial Plan, zoals de Net Zero Industry Act en de Critical Raw Materials Act. We vragen dus om een positieve keuze te maken voor strategische, toekomstgerichte projecten - denk aan offshore windenergie en waterstof - maar ook om aandacht te hebben voor nieuwe en bestaande ecosystemen rond micro-electronica en mechatronica. De Europese Chips Act biedt bijvoorbeeld heel wat opportuniteiten aan Vlaamse bedrijven om zich verder te positioneren als koploper.

Vlaanderen in Europese kopgroep, maar werk nog niet af

In juli 2023 publiceerde de Europese Commissie de meest recente versie van het Regionaal Innovatie Scorebord, dat 240 Europese regio’s analyseert. Vlaanderen staat daar op de 23e plaats en behoort tot de eerste groep van innovatieleiders, vier plaatsen beter dan de vorige meting in 2021. 

Vlaamse bedrijven, kennisinstellingen en de overheid investeerden in 2021 samen 3,65% van het bbp in onderzoek en ontwikkeling, goed voor 10,8 miljard euro. De zogeheten 3%-norm is hiermee ruimschoots gehaald. Maar daarvan nam de overheid slechts 0,8% voor haar rekening. De privésector blijft dus dé financiële innovatiemotor. Anders gezegd: Vlaanderen zal in de toekomst een grotere duit in het zakje moeten doen om onze Europese koppositie verder te verstevigen. 

Het is daarenboven ook belangrijk dat het federale niveau haar inspanningen op het vlak van O&O blijft behouden (vb.: o.a. systeem bedrijfsvoorheffing voor R&D. Zie federaal memorandum).

Meer diffusie en valorisatie zijn nodig

Hoewel de Vlaamse innovatiemotor op steeds hogere toeren draait, blijkt uit recent advies van de SERV dat nog slechts een beperkt aantal ondernemingen er effectief de vruchten van plukt. Dat komt omdat een te groot deel van het budget niet vraagen/of missiegestuurd wordt besteed. Anders gezegd: nog te vaak doen kennisinstellingen onderzoek los van specifieke bedrijfsnoden en wordt te weinig ingezet op de valorisatie van onderzoeksresultaten.

Innovatielandschap versterken door instrumentarium te optimaliseren

Over het algemeen zijn de bedrijven tevreden over de werking en ondersteuning van VLAIO. Het Agentschap zorgt voor goede begeleiding en ondersteuning van onze bedrijven via heldere procedures. Ook in de volgende legislatuur is voor VLAIO een belangrijke rol weggelegd om de ondersteuning van innovaties bij bedrijven in goede banen te leiden. 

Zowel VLAIO als de Vlaamse Regering zetten de voorbije vijf jaar beleidsplannen op rond AI en cybersecurity. Die trajecten verlengen is een must om de maturiteit bij Vlaamse bedrijven in deze domeinen te vergroten. Daarnaast is er meer dan ooit nood aan experimenteerruimte rond 5G, wifi 6.0 en andere connectiviteitstechnologieën. 

Niet alleen in Vlaanderen zijn er tal van subsidiemogelijkheden voor bedrijven. Er bestaat ook een waaier aan Europese financiële ondersteuning voor onderzoek en innovatie, zoals via het programma Horizon Europe. Toch stellen we vast dat Vlaamse bedrijven, ondanks het bestaan van de National Contact Points (NCP’s) en organisaties zoals VLEVA, niet altijd hun weg vinden naar Europese subsidieprogramma’s. Het is dus belangrijk om hun bekendheid bij de bedrijven te vergroten en te zorgen dat deze NCP’s ook bekend zijn bij de Vlaamse bedrijven die een beroep (kunnen) doen op Europese subsidies. Vlaanderen moet de NCP-werking versterken, zodat er nog veel proactiever richting bedrijven kan gewerkt worden en bedrijven ook ondersteuning krijgen als ze Europese innovatieprojecten indienen.

Start-up- en scale-upwerking kan boost gebruiken

De voorbije jaren waren recordjaren voor Vlaanderen wat risicokapitaalfinanciering betreft. Start-ups haalden meer dan 550 miljoen euro op in 2021 en meer dan 705 miljoen euro in 2022, bijna een verdrievoudiging t.o.v. 2017. Hoewel dit positief nieuws is voor het ecosysteem van start-ups in Vlaanderen, zorgde onder meer de inflatie ervoor dat het in 2023 weer heel wat moeilijker is geworden voor Vlaamse start-ups en scale-ups om voldoende groeikapitaal te vinden. Financiering van onze snelle groeiers blijft hoe dan ook een aandachtspunt. 

Agoria vindt het positief dat er met Startup.Flanders, het nieuwe initiatief van FIT, meer aandacht gaat naar de positionering van ons Vlaamse start-up- en scale-up-ecosysteem op internationaal niveau. Het initiatief komt geen dag te vroeg. Tegelijk wijzen we op de nood aan meer marketing in combinatie met (fiscale) incentives om het voor ons eigen talent én internationaal talent aantrekkelijker te maken om met hun techbedrijf te ondernemen vanuit Vlaanderen. 

Het is dan ook belangrijk om in het achterhoofd te houden dat (federale) maatregelen zoals het terugschroeven van remuneraties in de vorm van auteursrechten (een van de weinige incentives die we hadden in ons land) en een fiscale hervorming die onze investeerders in techbedrijven wegjaagt, vloeken met inspanningen om ons ecosysteem te versterken. 

Willen we een vuist maken in de internationale war for talent en onze scale-ups – toch de werkgevers van morgen – alle kansen geven, dan zijn meer doortastende en duidelijk zichtbare maatregelen nodig.


Roadmap naar duurzame welvaart

#1 Investeer gericht 

  • Breng Vlaanderen aan de top van de Europese innovatieregio’s en en ambieer om van Vlaanderen de 1e innovatieregio te maken tegen 2030. 
  • Breng in kaart welke toekomstgerichte waardeketens in Vlaanderen wereldtop zijn en welke ecosystemen daaraan verbonden zijn. Ondersteun deze maximaal en trek ook investeringen in deze waardeketens aan. Maak op die manier werk van een gezonde mix tussen missiegedreven en bottom-up-innovatiebeleid. 
  • Blijf investeren in artificiële intelligentie en cybersecurity en verleng de huidige beleidsplannen. Vul daarenboven de beleidsplannen aan met een nieuw impulsprogramma rond connectiviteit, zodat Vlaamse bedrijven volop aan de slag kunnen gaan met de vele voordelen van de nieuwste communicatietechnologieën zoals 5G en 6G. 
  • Zorg voor een betere afstemming van de verschillende programma’s die in Vlaanderen bestaan, specifiek voor start-ups en scale-ups. Coördineer inspanningen om van Vlaanderen een centrum voor innovatie en ondernemerschap te maken en het effect van investeringen in het ecosysteem van starters maximaliseren. 
  • Ondersteun zowel kleine als grote Vlaamse bedrijven volop in hun innovatienoden. Het is immers die mix van ondernemingen van verschillende groottes in diverse sectoren die voor waardevolle economische activiteit zorgt in Vlaanderen.

 

#2 Optimaliseer het instrumentarium 

  • Geef een bredere invulling aan welke innovaties steun kunnen genieten en kijk hierbij niet enkel naar technologische innovatie, maar ook naar proces- en businessmodelinnovatie. Onderzoek verder op welke manier technologie voor werkbaar werk kan passen binnen de huidige innovatiesteun. 
  • Streef bij de ondersteuning via VLAIO naar maximale eenvoud en behoud de laagdrempelige aanpak. Zorg ook voor voorafgaande afstemming met bedrijven bij de verandering van modaliteiten of bij invoering van nieuwe steuninstrumenten en betrek hen ook bij de evaluatie van het instrumentarium. 
  • Versterk en zorg voor een betere bekendheid van de Nationale Contactpunten (NCP’s) bij bedrijven, opdat ze maximaal gebruik kunnen maken van Europese subsidieprogramma’s en diepgaandere begeleiding krijgen als ze een projectvoorstel indienen.
  • Maak gebruik van de soepelere Europese regels in verband met staatsteun en pas deze ook in Vlaanderen flexibeler toe, zowel qua toegelaten steunbare projecten als wat de verhoogde steunpercentages betreft. 
  • Blijf inzetten op collectieve programma’s voor een doelgroep van transformerende bedrijven. Voorzie naast disseminatie (van mature technologie) voldoende ruimte voor collectieve kennisopbouw.

 

#3 Zet in op valorisatie en diffusie 

  • Zet meer in op brede valorisatie en diffusie van kennis binnen de academische wereld en strategische onderzoekscentra, bijvoorbeeld door een industriële adviesraad te installeren in de schoot van universiteiten en kennisinstellingen. Dit zou hen toelaten om onderzoeksroadmaps af te toetsen en in lijn te brengen met de noden en behoeften van onze bedrijven. Ook een nauwe(re) samenwerking met valorisatiepartners zoals de collectieve onderzoekscentra en sectorfederaties kan soelaas bieden.

Technology for a better world 

Innovatie raakt meerdere van de 12 focuspunten in de duurzaamheidsstrategie van Agoria. Als technologische industrie willen we zoveel mogelijk meerwaarde creëren voor de samenleving. Behalve onze economische bijdrage aan de welvaart en de tewerkstelling in België, maximaliseren we ook onze maatschappelijke meerwaarde door technologische ontwikkelingen op het vlak van gezondheid en welzijn, veiligheid, digitale samenleving, de klimaattransitie …

Lees onze aanbevelingen voor andere beleidsniveau's