Op naar de 3%-norm voor onderzoek, ontwikkeling en innovatie

Tijd voor een andere route

De uitbouw van onderzoek, ontwikkeling en innovatie is cruciaal voor de competitiviteit en groei van Europa. Het zorgt zowel voor sociale als economische welvaart. Het goede nieuws: de laatste jaren werden al grote stappen gezet.

Europa geeft heel wat financiële ondersteuning voor onderzoek en innovatie. Dit gebeurt voornamelijk binnen het belangrijkste Europese onderzoeks- en innovatieprogramma Horizon Europe, maar ook via een aantal andere programma’s zoals Digital EuropeEU4HealthEDF (European Defence funds), LIFE, etc.

De resultaten mogen er zijn. Hoewel Europa amper 9% van de wereldbevolking telt, zijn Europeanen wel verantwoordelijk voor zo’n 20% van alle patenten en de meeste geciteerde onderzoekspublicaties ter wereld.

Maar er is ook minder goed nieuws …


Van investeringsachterstand tot kennisvlucht

Met een O&O-intensiteit van 2,3% in 2020 doet Europa het een stuk beter dan 20 jaar geleden. In 2000 ging slechts 1,8% van het jaarlijkse bbp naar onderzoek en ontwikkeling. Toch blijven we vandaag nog ver onder het streefdoel van 3%, terwijl landen zoals Zuid-Korea (4,8%), de VS (3,5%) en Japan (3,7%) die kaap makkelijk rondden in 2021.

Daarnaast zien we ook een groot aantal drempels voor kmo’s. Die maken het moeilijk voor hen om deel te nemen aan programma’s rond onderzoek, ontwikkeling en innovatie. Van een gelijk speelveld is nog geen sprake.

Tot slot is er sprake van een zekere kennisvlucht. Veel van de beste onderzoekers en innovatoren uit de EU verhuizen naar regio’s waar de omstandigheden gunstiger zijn. De EU-markt is nog altijd gefragmenteerd en niet innovatievriendelijk genoeg.

69 

Het aantal unicorns met een hoofdkwartier in Europa, tegenover 169 in China en 470 in de VS.


Roadmap naar duurzame welvaart

#1 Cofinanciering IPCEI’s vanuit Europa

Important Projects of Common European Interest (IPCEI) zijn een nuttig instrument om O&O&I en de eerste industriële toepassingen van sleuteltechnologieën (batterijen, waterstof, etc.) in Europa te ondersteunen. Wel zijn het in de eerste plaats de lidstaten die deze IPCEI’s financieren, wat tot verstoringen tussen lidstaten en bedrijven leidt.

Agoria vraagt daarom een systematische cofinanciering uit een fonds van de Europese Unie, zodat we een gelijk speelveld garanderen. Ook de governance van de IPCEI’s kan beter: transparantere definitie van nieuwe IPCEI’s, sterkere coördinatie door de Commissie, bepaling van heldere KPI’s, etc.

 

#2 Uitrol van zogeheten regulatory sandboxes

Roep een wettelijk kader in het leven dat innovatie stimuleert. Regulatory sandboxes geven bedrijven de vrijheid om innovatieve technologieën, producten, diensten en werkwijzen te testen in een reële maar gecontroleerde en veilige omgeving.

 

#3 Ondersteuning van Framework Programme 9 en 10

Garandeer de continuïteit van FP9 (2025-2027) én betrek bedrijven in de definitie van het aansluitende FP10, zodat we onze industriële competitiviteit verhogen en Europa’s leiderschap in groene en digitale technologieën verstevigen. Bovendien pleit Agoria voor een verhoging van het budget van FP10, en dat zowel in absolute als relatieve termen.

 

#4 Meer focus op strategische domeinen en eerste industriële fases

Agoria vraagt om een sterkere focus op strategische domeinen zoals digitalisering, groene technologieën en geavanceerde productietechnologieën. Die vormen namelijk de sleutel voor succes in de twintransitie en verstevigen de industriële basis van Europa. Daarnaast verdienen ook de eerste industriële fases meer aandacht. Zo maken we de overgang naar een grotere schaal van demonstratie- en pilootinstallaties mogelijk.

Technology for a better world

In ons duurzaamheidsrapport staat ons engagement om tegen 2030 een derde van de O&O-uitgaven binnen de Belgische industrie voor onze rekening te nemen. Ook formuleerden we de ambitie om tegen 2030 vijf baanbrekende technologieën op de markt te brengen. Een faciliterend O&O-beleid vanuit de EU is noodzakelijk om dit te realiseren.

Lees onze aanbevelingen voor andere beleidsniveau's